Onzakelijke borgstelling

Onzakelijke borgstelling 10 - 2017

Het ter beschikking stellen van vermogen aan een bv, waarin de terbeschikkingsteller een aanmerkelijk belang heeft, wordt belast als resultaat uit overige werkzaamheden in box 1 van de inkomstenbelasting. Het aangaan van een borgstelling is geen terbeschikkingstelling, maar een vergoeding voor het aangaan van borgtocht wordt wel als een voordeel uit terbeschikkingstelling aangemerkt. Zodra de borg heeft betaald ontstaat een regresvordering op de bv. De borg kan voorafgaand aan de betaling uit hoofde van de borgtocht mogelijk een voorziening vormen.

Een verlies uit de borgstelling komt niet ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden wanneer de borgstelling is toe te rekenen aan het handelen als aandeelhouder, met andere woorden, wanneer de zakelijkheid voor het aangaan van de borgstelling ontbreekt. Of een borgstelling onzakelijk is, hangt af van het antwoord op de vraag of er een vergoeding is waartegen een onafhankelijke derde eenzelfde borgstelling zou hebben aanvaard. Dat bij het aangaan van de borgstelling niet duidelijk is dat de bv het ontvangen krediet niet zal terug kunnen betalen, sluit niet uit dat een onafhankelijke derde niet bereid zou zijn geweest eenzelfde aansprakelijkheid te aanvaarden.

Hof Arnhem-Leeuwarden is van oordeel dat een bij de oprichting van twee bv’s aangegane borgstelling onzakelijk was. De bv’s hadden elk een gering eigen vermogen van € 18.000. De bv’s waren opgericht voor de ontwikkeling van een internetplatform. Gezien de benodigde ontwikkelingskosten ging het om een risicovol project. De bank was niet bereid de bv’s onder gebruikelijke voorwaarden te financieren. Naast verpanding van de bezittingen van de moedermaatschappij van de bv’s moesten de Staat en de dga zich borg stellen voor het volledige bedrag van de lening. De dga heeft voor zijn borgstelling geen zekerheden of vergoeding bedongen. Na een faillissement van de bv’s werd de dga door de bank aangesproken op zijn borgstelling. Vanwege de onzakelijkheid van de borgstelling kwam het daarop geleden verlies niet in aftrek.